[Contact.Links.info.] [Zoek op Site.] [De Slowpaper.]

Lanterfanten

Zoek op Site.

BEETSTERZWAAGTOEN

Lanterfanten.lezen.

Beetsterzwaag.nu.

De Slowpaper.

Disclaimer

 
Verhalen en informatie over Beetsterzwaag/toen
 
1-Grietman vlucht naar Beetsterzwaag.
2-Een kijkje bij De Jonge Barones.
3-De dokter en de miljoenenschat.
 
Maurits Pico Diderik.
 
 
1-Grietman vlucht naar Beetsterzwaag
 
De karakteristieke Harinxmastate in Beetsterzwaag heeft een merkwaardige geschiedenis. Het huis stond namelijk eerst midden in Drachten. Na een oproer onder de bevolking verplaatste de eigenaar, grietman Van Harinxma thoe Slooten, het landhuis naar Beetsterzwaag.
 
 
Burgemeesters hebben het tegenwoordig soms zwaar te verduren, maar het leven van hun voorgangers ging ook lang niet altijd over rozen. De grietmannen kwamen vaak voort uit vooraanstaande families en hadden niet zelden meerdere lucratieve baantjes. De bevolking pikte veel van de boven hen gestelden, maar in Smallingerland liep de situatie in 1842 uit de hand. De grietman sloeg op de vlucht en verhuisde zijn hele hebben en houwen tot op de laatste steen van Drachten naar Beetsterzwaag. Het is het verhaal achter de markante Harinxmastate net buiten Beetsterzwaag.
 
Weinig populair
Maurits Pico Diderik baron van Harinxma thoe Slooten was bijna tien jaar grietman van Smallingerland. Hij leefde met zijn gezin in een fraai huis schuin tegenover het huidige theater De Lawei. De in 1804 in Holwerd geboren grietman beleefde in Drachten een paar roerige jaren. Het einde van de dertiger en begin van de veertiger jaren van de  19e eeuw waren moeilijke tijden. In de praktijk betekende dit dat het gemeentebestuur zware maatregelen moest nemen om de eindjes aan elkaar te knopen. Het spreekt vanzelf dat deze maatregelen niet altijd goed vielen bij de bevolking. En dus was ook het grietenijbestuur weinig populair. De bevolking in Smallingerland verweet hen schraapzucht en willekeur.
 
Zo kwam er in 1835 een besluit waardoor het verboden was om ‘s avonds na tienen drank te schenken in herbergen en kroegen. Sterker nog: om kwart over tien moest iedereen vertrokken zijn. Wie dan nog wel binnen was, kon rekenen op een zware boete. Dat was de theorie, in de praktijk viel het nog wel mee. De gezagsdragers zagen veel door de vingers. Totdat grietman Van Harinxma van hogerhand op de vingers werd getikt en hij opdracht kreeg de regels beter na te leven. Hij liet vervolgens boetes uitschrijven, maar ook dat leek erger dan het was. De overtreders betaalden niet en hoorden daarna weinig meer. Maar anderhalf jaar later moesten 63 personen zich ineens alsnog verantwoorden. Zij weigerden. Bij de rechter bleek dat er was geknoeid met de processen-verbaal, waarna het hele dossier in de doofpot verdween.
 
Ook de boeren konden het bloed van de bestuurders wel drinken. Zij waren zelf verantwoordelijk voor het onderhoud van de landwegen. De grietenijbestuurders kwamen echter alleen in de herfst controleren, de natste periode. De staat van de wegen liet dan natuurlijk te wensen over. Maar ook daar was een oplossing voor. De grietenij liet de wegen op kosten van de boeren opknappen.
 
Het klokoproer.
Het liep in Smallingerland pas echt uit de hand toen de jongeren zich gingen roeren. Het was al jarenlang traditie dat zij op zaterdagavond tussen zessen en negenen drie uur lang de klokken luidden. Een wekelijkse bijeenkomst waarop de jongens indruk konden maken op de ook volop aanwezige meisjes. Dat feest was het eerst voorbij op de Noorderbegraafplaats, toen Smallingerland een vervallen klokkenstoel niet wilde vervangen. In juni 1841 werd het luiden van de klokken vanwege de kosten ook verboden op de Zuiderbegraafplaats. Het onderhoud aan de klokken zou jaarlijks 30 gulden kosten en dat vond de grietenij te duur. Al snel gingen er geruchten dat er hele andere motieven waren. Er werd gefluisterd dat de vrouw van de grietman een zwak gestel had en niet tegen het lawaai op zaterdagavond kon.
 
De jongeren legden zich er aanvankelijk bij neer, maar toen werd het kerst. In Drachten waren de kerkklokken vanuit de hele omgeving te horen. De Drachtster jeugd kon zich niet langer inhouden en luidde ook in eigen dorp de klokken. De grietman greep naar zijn geweer en omstanders konden maar net voorkomen dat hij begon te schieten. Maurits Pico Diderik had de schrik echter in de benen en liet zo snel mogelijk 58 soldaten uit Leeuwarden aanrukken om de orde te herstellen. Uiteindelijk keerde de rust terug en rond het klokluiden kwamen er nieuwe regels. Toch werd de grond de grietman te heet onder de voeten. Hij diende zijn ontslag in en nam de vlucht naar het nabij gelegen Beetsterzwaag.
 
Familiebezit
Hier bezat zijn schoonfamilie land. Van Harinxma hield niet van halve maatregelen. Zijn state in Drachten stond er nog maar vijf jaar, maar Maurits liet het huis steen voor steen afbreken om het een paar kilometer verderop in Beetsterzwaag weer op te bouwen. Daar staat het als Harinxmastate nog steeds. Na zijn overlijden ging de state over op zijn zoon Binnert Philip die het in 1877 liet verbouwen. Na het overlijden van diens vrouw ging het huis over in handen van de oudste zoon Maurits Pico Diderik, die kantonrechter in Beetsterzwaag was. In 1929 volgde opnieuw een verbouwing. Maurits Pico Diderik kon er maar kort van genieten, want vijf jaar later overleed hij. Harinxmastate is nog altijd in het bezit van de familie. De huidige bewoners zijn eigenaresse Kyra Livia barones van Harinxma thoe Slooten en haar man Freddy graaf de Marchant et d’Ansembourg.
Jelle Terluin.
 
 
 
2-Een kijkje bij De Jonge Barones.
Een notaris, een burgemeester, een baron en barones, zelfs de afdeling gemeentewerken van de gemeente Opsterland vond er onderdak. Het imposante pand aan de Hoofdstraat 62 heeft een bewogen geschiedenis.
BEETSTERZWAAG De exacte leeftijd van het rijksmonument aan de Hoofdstraat 62 is niet bekend. Maar de eerste bewoner, Dominicus Suringar, woont er al in 1821. Hij is dan notaris en gemeentesecretaris van de gemeente Opsterland. Zo krijgt het pand de titel 'notariswoning'. Het ziet er dan nog wel minder imposant uit, de bovenverdieping ontbreekt. Suringar bezit aan de overkant van de straat ook Herberg De Klok (nu Kota Radja). evenals de naastgelegen stal en het huis links naast hem. Weduwnaar Suringar woont er met zijn drie kinderen, een hulshoudster en twee 'dienstmaagden'.
Misschien wel de meest illustere bewoner van het pand, Rijnhard baron van Harinxma thoe Slooten, koopt het pand in 1868, inclusief het naastgelegen gebouw. Hij laat door architect notaris Stoett een verdieping op de notariswoning zetten en bouwt het huis verder naar achter uit. Twee jaar later laat hij het pand op nummer 60 afbreken en bouwt hiervoor in de plaats een koetshuis met op de bovenverdieping een woning voor de bedienden. De baron trouwt op 11 juli 1872 met Adriana Johanna Wilhelmina barones van Sy1zama. Hun twee kinderen worden in dit pand geboren. Maar net huwelijksgeluk duurt niet lang. De jonge barones overlijdt al in januari 1877, nog maar 25 jaar oud.
Het verhaal gaat dat Van Harinxma thoe Slooten op de laatste dag van dat jaar voor 100.000 gulden het landgoed Lauswolt koopt van Augustinus Lycklama a Nijehott. In mei 1878 verhuist Rijnhard met zijn twee kinderen naar het bekende landgoed. Het pand aan de Hoofdstraat blijft wel in de familie. Er wonen meerdere gemeentesecretarissen op dit adres. Bijna honderd jaar geleden Is het ook de woning van burgemeester Marinus Jules Selhorst. Na zijn vertrek in 1929, verkoopt Adriana Janke, de dochter van Rijnhard, het pand aan de familie De Herder. Deze familie bezit Hotel De Herder tegenover het huis, naast Hotel De Klok. Zij maken van het huis een dependance. Het bord dat in die tijd op de voorgevel prijkt, hangt nu nog in de hal. Bij de verkoop van Hotel De Herder in 1941, koopt mevrouw De Herder-Stielstra het huis. zij woont er tot 1954. Dan komt het huis in handen van de gemeente Opsterland, die het verbouwt tot bureau gemeentewerken. Sinds 1990 is het huis weer particulier bewoond.
In een dertien jaar durende restauratie zijn veel originele details teruggebracht. Hierbij is onder andere gebruikgemaakt van oude onderdelen en materialen uit het nabijgelegen Eysingahuis. Veel originele elementen zijn bewaard gebleven. zoals de grote paneeldeuren. links en rechts van de twintig meter lange gang en de marmeren op schelpen gelegde tegels. De vijf kamers beneden hebben allemaal nog hun oude balkenplafonds en gipsornamenten boven de schouwpartijen. De zwart marmeren schouw dateert uit 1868. In het pand is onder de naam De Jonge Barones tegenwoordig ook een B&B gevestigd.
Naar de B&B   b&b
Rondleiding in dit pand rondleiding
 
Bron  sa24.nl
 
3-De dokter en de miljoenenschat.
De Fundatielaan, Beetsterzwaag is niet een, maar twee korte fiets- en wandelpaden, parallel aan elkaar, vanaf de Hoofdstraat tussen de bomen door naar de huisartsenpraktijk in de Van Teijens Fundatie.
 
Die fundatie bestaat nog steeds, als fonds dat Opsterlander initiatieven ondersteunt. Vroeger was het een instelling die onderdak gaf aan bejaarde vrouwen uit Beetsterzwaag die het niet breed hadden. Daar danken de lanen hun namen aan.
 
 
 
Maar er is meer. De stichting was opgericht door Oeno van Teyens en zijn zus. De laatsten van een familie die rijk geworden was door de vervening. Kinderen hadden ze niet, wel buren. Dat was hun huisarts, Joachimus Lunsingh Tonckens. Tevens statenlid, burgemeester en schoonzoon van de uitgever van deze krant.
 
Misschien was Oeno krankzinnig, misschien niet. Verteld werd dat hij zich in het kippenhok verschool, lagen kleren over elkaar droeg en denkbeeldige honden van zich afsloeg. Kon zo iemand een rechtsgeldig testament op laten stellen?
Na zijn dood op 71-jarige leeftijd (1866) liet hij een miljoenenbezit na. Een deel was voor de fundatie, een fors deel bleek hij vermaakt te hebben aan de buren. Deugde dat wel? Na het eerdere overlijden van Oeno’s zus gingen er al verhalen dat de dokter kisten vol goud en zilver uit de woning had gesleept.
 
De dokterszoon huwde de dochter van de notaris die het testament had opgesteld. En hoe financierde dokter het kapitale huis, Bordena, dat hij aan de Hoofdstraat liet bouwen? En had hij de zus van Oeno mogelijk vergiftigd?
 
Familie van Oeno’s moeder legden zich niet bij het testament neer. Dus waren er rechtzaken in 1867, 1892, 1912, 1929, 1935 (uitgebreid in de Leeuwarder Courant beschreven), die niks uithaalden. In 1967 zette de Europese Commissie voor de Rechten van de Mens een streep onder de zaak. Alles bleef zoals het was - maar wat een heerlijk verhaal.
Asing Walthaus