[Contact.Links.info.] [Zoek op Site.] [De Slowpaper.]

Lanterfanten

Zoek op Site.

Beetsterzwaag.toen.

Lanterfanten.lezen.

Beetsterzwaag.nu.

De Slowpaper.

Disclaimer

Lycklamahuis.
 
 
In het Lycklamahuis is de trouwzaal gevestigd. De ingang bevindt zich aan de achterzijde.
Het huis werd in 1836 bewoond door Jan Anne Lycklama a Nijeholt en zijn vrouw Ypkjen Hillegonda van Eysinga, een kleindochter van Rijnhard van Lynden, die het geërfd had.
 
Het huis is in 1824 gebouwd. Het bestond alleen uit de begane grond. In 1859 werd het dak omhoog gebracht en het balkon aangelegd. Bijzonder is dat de overhuiving van het balkon ook van gietijzer is (straatzijde).
 
Rechts van het gebouw staat het tuinmanshuis. In de muur is de gevelsteen aangebracht die afkomstig is van Nieuw-Fockens, het huis dat in de voortuin van Lyndenstein stond en in 1822 werd afgebroken nadat Huize Lyndenstein klaar was.
Hier staat een zeldzame witgemarmerde eik. Het is een gemuteerde vorm en z'n nakomelingen hebben deze eigenschap niet.
Als we het toegangshek doorlopen zien we rechts tegen de muur een oude moerbei met hartvormig blad. Deze soort komt uit Oost-Azië. De zijderups wordt op deze bomen gekweekt.
Doorlopend komen we bij een boom met een groen vogelhuisje. Het is een moerascypres, een naaldboom. Deze boom is in 1840 geplant en is dus ruim160 jaar oud. Hij komt uit het zuidoosten van de Verenigde Staten.
We lopen naar rechts. Daar staat een enorme boom, ook geplant in 1840. Het is een plataan.
Deze bomen kunnen goed tegen luchtvervuiling. Deze boom is vaak gekandelaard, d.w.z. er zijn vaak takken afgezaagd. (kandelaren = zo snoeien dat er slechts een klein gedeelte, van één tot twee voet lengte overblijft, dat opnieuw uitschiet.
 
Het echtpaar Jan Anne en Ypkjen kreeg zes kinderen,waarvan er drie jong stierven. De oudste zoon, Tinco (geb. 1837) vestigde in het Eysingahuis (Hoofdstraat 46) een museum van Oosterse voorwerpen en verhuisde met zijn museum in 1872 naar Cannes (Frankrijk) waar het museum nu nog bestaat.
Tinco en zijn vrouw liggen begraven op de Rooms-Katholieke begraafplaats in Wolvega.
Ze hadden geen kinderen.
De tweede zoon , Augustinus (geb.1842) erfde in 1867 het landgoed Lauswolt en liet in dat jaar een groot huis bouwen, dat we nu kennen als Hotel Lauswolt.
 
De enige dochter, Eritia Ena Romelis Lycklama a Nijeholt (geb.1845) bleef ongetrouwd wonen in het Lycklamahuis, zij het alleen in de zomer. De winter bracht ze door in Den Haag.
Als ze terug kwam stalde ze cadeautjes uit die de kinderen uit het dorp mochten meenemen.
Na haar dood erfde haar broer Augustinus het huis.
 
De kinderen van Augustinus en zijn vrouw Anna Adriana zijn over het algemeen niet zo gelukkig geweest. De oudste dochter verkwistte haar hele vermogen , haar broer pleegde zelfmoord met 40.000 gulden op zak en de jongste, Clara Tjallinga, stierf al op 25-jarige leeftijd. Op haar graf in Oud-Beets staat een levensgrote engel.
 
De hele erfenis ging in 1917 naar de twee dochters van de verkwistende Ypkjen Hillegonda.
Ze heetten Anna Adriana en Clara Tjallinga Grundtmann.
Anna trouwde in 1930 met jonkheer Joan de Jonge van Zwijnsbergen. Ze waren kinderloos.
Na de dood van de jonkheer in 1971 kocht de gemeente het hele complex.
Het gemeentehuis is er nu in gevestigd. 
 
Zie voor "Het personeel op het Lycklamahuis " blz 15 van het boekje van Jelle Terluin "De adel van Beetsterzwaag".
___________________________!