[Contact.Links.info.] [Zoek op Site.] [De Slowpaper.]

Lanterfanten

Zoek op Site.

Beetsterzwaag.toen.

Lanterfanten.lezen.

Beetsterzwaag.nu.

De Slowpaper.

Disclaimer

Bedrijvig Beetsterzwaag.
 
Artikelen van Jelle Terluin en Thom Vellinga over Beetsterzwaag.
 
Inhoud.
1-Horeca in Beetsterzwaag.
2-Hotel Boschlust.
3-Het Huis "De Horst".
4-Hotel "De Klok".
5-Hotel "De Herder".
 
 
Boek.
Deze artikelen en meer worden in boekvorm uitgegeven
Dit unieke boek van 456 bladzijden bevat de geschiedenis van het ontstaan van Beetsterzwaag en de Sweachster winkels en bedrijven van ca. 1800 tot heden, samengesteld door Thom Vellinga en Jelle terluin.
__________________________!
 
1-HORECA IN BEETSTERZWAAG.
 
 
Mij is gevraagd iets te schrijven over de geschiedenis van Beetsterzwaag. Over de adel is al genoeg geschreven en gepubliceerd. Ook de gewone man heeft en maakt geschiedenis en dat is minstens zo interessant. Een aardig onderwerp vormt de herbergen en daar wil ik het één en ander over schrijven.
De herbergen zijn ontmoetingsplaatsen in de dorpen. Tevens plaatsen voor openbare verkopingen en dergelijke, die aangekondigd worden in de lokale en provinciale kranten. Beetsterzwaag heeft een hele reeks van herbergen gehad en ik wil er enkele van onder de loep  nemen.
Op de prent van J. Bulthuis, gemaakt ca. 1790, van de Hoofdstraat van Beetsterzwaag, staat de oudste herberg van het dorp: De Drie Pijlaars. Op de prent zichtbaar aan de linkerkant met de trapgevel en het uithangbord. In Friesland zijn meer herbergen met deze naam en het is interessant om te weten wat die naam inhoudt: is er een ruimte aan de voorkant van het gebouw, dat met drie pilaren van de weg wordt gescheiden? Of heeft de naam een andere betekenis? Op de prent zien we aan de overkant van de herberg het Rechthuis van Opsterland, de voorloper van het gemeentehuis. Links daarvan het hoge huis met de twee daken is Nieuw Fockens, de residentie van de grietman van Opsterland, op dat moment Reinhard baron van Lynden. Rechts van het Rechthuis een muur met daarin een hek tussen twee pilaartjes, de toegangsweg tot de dorpskerk. Het huis uiterst links op de prent is het enige pand dat er nog staat uit 1737, waar de drankwinkel van C-1000 in is gevestigd.
Aan de gevel van De Drie Pijlaars is te zien, dat het gebouw uit de 16de eeuw stamt. In 1771 zwaait Liebbe Teyes de scepter in de herberg. Hij moet vóór 1781 zijn overleden, want in dat jaar op 27 januari vindt de aanbesteding plaats van de afbraak van de oude kerk van Langezwaag bij de weduwe van Liebbe Teyes. Zij zet de zaak voort tot haar overlijden in 1785. Liebbe Teyes is op 11 augustus 1754 in Beetsterzwaag gehuwd met Grietje Feytses. Beiden zijn echte Sweachsters. Meestal hebben de herbergiers meerdere dingen om handen om van voldoende inkomsten verzekerd te zijn om in leven te blijven. Liebbe was tevens timmerman, een combinatie die we vaker in Beetsterzwaag tegenkomen. De kerkelijke archieven melden dat hij voor diverse begrafenissen doodskisten levert.
In 1785 wordt Jacobus Posthuma kastelein in De Drie Pijlaars. Hij was gehuwd met Wytske Folkerts, die na het overlijden van haar man in 1817, de herberg verder drijft. Zij doet dat tot haar overlijden in 1827. Hun zoon, Folkert Posthuma neemt de zaak over en laat de herberg in 1828 ingrijpend verbouwen. De aanbesteding van deze verbouwing had natuurlijk plaats in De Drie Pijlaars op 1 januari 1828. Deze verbouwing heeft er waarschijnlijk toe geleid, dat de trapgevel verdween, want op vroege foto's van Beetsterzwaag  staat op die plaats geen woning met een trapgevel meer.
Er worden diverse houtverkopingen in de herberg gehouden uit de dorpen van Opsterland, o.a. op 18 november 1828 : "Ongeveer 70 percelen op stam staand HOUT, staande onder de dorpen Beets, Beetsterzwaag, Ureterp Sijgerswoude, Wijnjeterp, Hemrik, Lippenhuizen, Kortezwaag en in Smallingerland; waaronder extra groote en schoone bosschen Hakhout, ongeveer vierhonderd eiken Stamboomen, zeer oude en waaronder zware benevens Esschen, Ipen, Beuken, Linden en Wilgen." Ook in november 1829 vinden er houtverkopingen plaats.
Op 12 en 19 december 1851 houdt Folkert Posthuma het voor gezien en doet zijn herberg in de verkoop. In de advertentie staat het volgende: "Eene van ouds gerenommeerde HERBERG en LOGEMENT, met ruime STALLING en AANBEHOREN, de Drie Pijlaars genaamd, staande en gelegen op het beste en aangenaamste gedeelte van het dorp Beetsterzwaag, aan den aan te leggen Kunstweg over Bergum naar Heerenveen, waarmede waarschijnlijk in het vervolg een Kunstweg op Groningen zal worden verbonden, thans bij Folkert J. Posthuma in gebruik en op 12 mei 1852 te aanvaarden. Wordende den kooper gelegenheid gegeven eene Kamp best WEIDLAND en TUINGROND voor een matigen prijs daarbij te huren. --- Intusschen UIT DE HAND TE KOOP." De kunstweg die hier wordt genoemd is de zogenaamde Commissieweg van Burgum naar Heerenveen, die tussen 1854 en 1941 werd geëxploiteerd door een Commissie, die op gezette plaatsen een tolhuis had staan, waar tol werd geheven voor het onderhoud van de weg. Aanvankelijk was dit een grindweg.
De herberg werd na Folkert Posthuma niet voortgezet. In een krantenartikel over herberg De Klok wordt geschreven dat deze herberg de Drie Pijlaars vervangen heeft. Dat is ten dele waar, want De Klok bestond in de 18de eeuw al en zal op een ander tijdstip worden besproken. Folkert Posthuma is op 24 januari 1868 te Beetsterzwaag overleden, 86 jaar oud.
Het gebouw wordt in 1963 afgebroken om plaats te maken voor de ingang van het Folkertslân. Deze straat is genoemd naar Folkert Posthuma.
Een volgende keer iets over een andere herberg in Beetsterzwaag.
                                                                                                             Jelle C. Terluin.  
 
 
1790.
 
 
 
 
 
2013.
 
2-HOTEL BOSCHLUST.
 
Boschlust is een beeldbepalend gebouw aan de westelijke ingang van Beetsterzwaag. Het gebouw bestaat duidelijk uit twee gedeelten: een schuur en een groot voorhuis. Dat brengt ons direct op de oorspronkelijke functie van het gebouw: een boerderij. Aan de gele steentjes  (Fryske gieltsjes) van de schuur kan men zien dat het gebouw in de 17de eeuw is gebouwd, zo tussen 1600 en 1650. Daarmee is het één van de oudste gebouwen van Beetster-zwaag. Het voorhuis was vroeger veel kleiner en is pas groter geworden, toen de functie van boerderij veranderde in dat van herberg of logement. De boerderij is het eigendom geweest van diverse grootgrondbezitters; als laatste (via de familie Van Boelens) van de familie Van Lynden.
Tussen 1844 en 1851 wordt de Commissieweg, waaraan Boschlust gelegen is, aangelegd als een grindweg van Quatrebras (tussen Burgum en Veenwouden) naar Heerenveen, over Drachten, Beetsterzwaag, Gorredijk en Langezwaag. Het werd een tolweg, waar op gezette plaatsen tol moest worden betaald voor het onderhoud van de weg. Boschlust werd in die jaren omgebouwd tot herberg met doorreed. Een doorreed is een gebouw, waar men met de postkoets door heen kon rijden. Zo werden er aan beide zijden van de schuur grote schuurdeuren geplaatst en aan de westkant stallen voor de paarden. De postkoets van Heerenveen naar Dokkum reed de schuur in, de paarden werden hier gewisseld en men reed aan de andere kant er weer uit. De postillon kreeg aan de kant van de Hoofdstraat door een luikje een klein glaasje met geestrijk vocht aangeboden. Of de postkoets daarna recht door de Hoofdstraat reed is te raden.
De Commisieweg is genoemd naar de commissie, die de weg aanlegde en exloi-teerde. Deze commissie is pas in 1941 opgeheven.
In 1854 werd de herberg geopend en gedreven door M.W. Sijtsema, die dit deed tot 1868. Hij adverteerde op 7 mei 1854 in de Leeuwarder Courant, dat men bij hem "eenen aangenamen dag in den schoonen omtrek van Beet-sterzwaag kon doorbrengen en dat men bij hem Koffij, Thee, Wijn, Likeuren, Boter en Brood kon verkrijgen, terwijl er een goede gelegenheid was tot stalling van de paarden."
In 1868 neemt Gerlof W. Veenstra de exploitatie van Boschlust over en voert een verbouwing uit. Er kwam een balkon en een bovenzaal met openslaande spiegeldeuren. Dit balkon is nog steeds één van de bij-zonderheden van dit gebouw.
In 1878 heeft Gerlof Veenstra er genoeg van en staat de herberg weer te huur. Anne Zwart neemt de bedrijfsvoering over en laat in 1885 de erker aan de westkant met overkapping  bouwen. Op 4 oktober 1879 wordt er in de krant  een groot vocaal en instrumentaal concert aangekondigd, gegeven door het bekend staand operette-gezelschap onder directie van de heren M.S. Trijtel en M. d'Ancona. Aria's, duo's, Koren, komieke scènes enz, met medewerking van een Engelse negerzanger.
Zwart heeft het bedrijf tot 1908 geleid en toen overgedragen aan Arend de Vries. Intussen was de familie Van Lynden uitgestorven en was het eigendomsrecht van de herberg overgegaan op de Corneliastichting. De Corneliastichting heeft Arend de Vries in 1917 de huur opgezegd, naar men zegt omdat hij op zondag met zijn koetsen uitreed en men op zondag niet mocht werken. Arend verdedigde zich door te verklaren dat het zijn werk was. Toch moest hij het pand verlaten. Hij heeft toen aan de overkant van de Commissieweg een nieuw logement gebouwd en hij nam de naam "Boschlust" mee.
Het gebouw heeft na 1918 diverse functies gehad: Postkantoor, groentezaak, pension. Na een tijd van leegstand en verloedering heeft de heer Roel Falkena, dierenarts te Beetsterzwaag het pand gekocht en het omstreeks 1980 laten restaureren en verbouwen tot dierenarstencen-trum onder de naam "De Trochreed".
Het dierenartsencentrum is in 2007 overgebracht naar het industrieterrein A7 en is het pand gekocht door de familie Vrij, die Oud Boschlust verbouwde tot winkel. De Carolinahoeve heeft er zijn kledingzaak in ondergebracht. De opening was op 30 maart 2008. De bovenverdieping is verbouwd tot appartement en wordt verhuurd.
 
September 2013
Jelle C. Terluin.
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
_________________________!
 
3-Huis 'De Horst' |
Een kleine geschiedenis.
 
Het huis 'De Horst' aan de Harinxmaweg 9 Beetsterzwaag, werd in 1907 gebouwd als buitenverblijf
van de familie Lankhorst te Sneek.
De bouwheer schijnt geweest te zijn Auke Beckeringh Lankhorst, de grondlegger van het Sneker touwslagersbedrijf
Lankhorst. Het huis, gebouwd op de grens met Olterterp, werd kennelijk genoemd naar de familieLankhorst: De Horst.
De familie Lankhorst was al eerder dan 1907 verbonden met Beetsterzwaag gezien de graven op het kerkhof van
Beetsterzwaag. We vinden hier de graven van Trijntje Ages, echtgenote van Jan Hendrikus Lankhorst en Age Petrus
Lankhorst.We kunnen hieruit opmaken dat de familie elders in Beetsterzwaag een huis bewoonde of logeerde in één
van de hotels, wellicht Hotel De Herder, indertijd een vermaard hotel.
Het zomerverblijf van de touwslagersfamilie, was een ontwerp van de bekendeBeetsterzwaagse architect Luitje de
Goed. Deze heeft veel gebouwen in Beetsterzwaag en Oud-Beets op zijn naam staan.
Het huis De Horst werd in 1929 verkocht aan Jouke Roelof Stuurhaan, die het in 1930 liet verbouwen tot hotel-caférestaurant,
nadat hij gedurende twintig jaar Het Witte Huis te Olterterp had geëxploiteerd. Stuurhaan liet er een speeltuin aanleggen met een draai en zweefmolen, een rodelbaan, een zweefbaan, een apenkooi en een 'grot' met wassen beelden als bewoners,
maar vooral het plaatsen van een bijna dertig meter hoge uitzichttoren trok de aandacht. Een Belvédère, waarbij men
een prachtig uitzicht had over het nabijgelegen Kostverloren en de Bargekop. In 1934 volgde een grote verbouwing:
de serre werd vergroot en het interieur veranderd. In 1948 kocht de Algemeene Friese Levensverzekerings Maatschappij
te Leeuwarden het gebouw met het doel er een conferentie- en vakantieoord van te maken. Deze functie had het tot
1974. Natuurlijk moest het gebouw voor de nieuwe bestemming worden aangepast en werd het inwendig verbouwd.
In 1953 plaatste de verzekeringsmaatschappij achter het gebouw een bergplaats annex fietsenstalling.
In 1962 volgde er weer een interne verbouwing van het vakantieoord en werd in 1964 de keuken uitgebreid. In het
jaar daarop realiseerde men aan de kant van Beetsterzwaag een aanbouw met een woon- en slaapkamer, waarschijnlijk
voor het beheerdersechtpaar. In 1974 veranderde de bestemming. De A.G.O., inmiddels eigenaar van het gebouw, verkocht het aan de wegenbouwer Gerrit Ooms, die er een kantoor voor zijn bedrijf wilde vestigen. Weer volgde een interne verbouwing tot kantoor, waarbij de ingang werd verplaatst naar de achterkant van het gebouw. In 1993 wilde Ooms achter het gebouw
een enorme uitbreiding van het kantoor realiseren, maar dat werd niet toegestaan. Het monumentale karakter van
het gebouw, zou daardoor teveel worden aangetast. Omdat deze uitbreiding niet kon worden gepleegd vroeg men
in 1997 de plaatsing van tijdelijke kantoorunits aan, dit werd gehonoreerd. In 2003, verkocht het wegenbouwbedrijf
De Horst en werden de units weer verwijderd. In 2004 is het gebouw aan de heer W. van der Werf verkocht, directeur van
reclamebureau Graphic Art & Design te Beetsterzwaag. Een paar jaar later kocht de familie Kleefstra het pand.
Jelle terluin.
 
 
 
 
 
 
4-Hotel "De Klok"
De oudste herberg van Beetsterzwaag is zeker "De Klok" (nu Kota Radja).
De herberg bestond al voor 1800 en staat in het midden van de Buurt, nu Hoofdstraat geheten. Van de herbergiers weten we pas sinds 1781, toen Hinne Gerbens hier de hospes was. Hij trouwde in dat jaar met Aaltje Andries afkomstig van Noorder Dragten.
Omdat de herberg te weinig inkomsten opleverde in zo'n klein dorp, had de heer des huizes meestal een tweede beroep waarmee voldoende inkomsten werden verkregen. Zo was Gerben Hinnes veerschipper, terwijl zijn vrouw de herberg runde. Het echtpaar kreeg zeven kinderen, waarbij de oudste twee, Gerben (geb. 1786) en Andries (geb. 1788) nog een rol in Beetsterzwaag zouden spelen.
In 1811 neemt Hinne Gerbens de familienaam Van der Veer aan voor hemzelf en zijn kinderen en een kleinzoon, in de Mairie Beetsterzwaag en wel op 17 december. Deze naam heeft dus betrekking op zijn veerschip.
Op 3 juli 1821 verkoopt Hinne zijn schip aan zijn zoon Gerben, die dit bedrijf te Beetsterzwaag voortzet. Hij betaalt zijn vader de "somma van duizend Nederlandsche guldens".
Op 1 december 1829 doet Hinne Gerbens de herberg in de verkoop. In de verkoopakte staan de volgende aardige omschrijvingen:
"Een Welbetimmerde Huizinge, zijnde een Herberg en winkelhuizinge; bestaande in twee benedenkamers, winkel, bovenkamer en zoldering, ruime kelder, Regenwaters-bak, Put en verdere gerieflijkheden, de Klok genaamd (exempt de Toonbank, rimmen en borden, en twee draaitreeften met deszelfs toebehoren) voorts eene Schuur met Paardestallingen, hovinge, met bomen en plantagie cum annexis, zijnde een vrije Steede. Staande en gelegen te Beetsterzwaag gequoteerd met Nummer Zeven en Dertig, wordende door de verkooper bewoond en gebruikt, hebbende ten oosten en noorden (als buur) Domini-cus Suringar, ten westen Mejuffrouw Etta Arnolda van Teyens met de Steeg en ten zuiden het midden der straat belast met het onderhoud dies en beregtigd met vrije ……… en lichtschepping en venster op slag aan de oostkant. Voorts wat aan deze huizinge cum annexis aard, band, spijker en nagelvast is. De betalingen zoo van koopsom als kosten moeten worden gedaan in gouden of zilveren, geslagene en alhier gangbare munten, naar de koers en waarde van heden …. ."
In 1830 koopt Lucas Bouma, afkomstig uit Langezwaag, de herberg "De Klok".
Lucas Bouma zal naast herbergier ook het boerenbedrijf uitgeoefend hebben, want hij huurt regelmatig weiland van de Hervormde kerk. In 1853 wordt de oude herberg afgebroken en vervangen door een nieuw gebouw.
 
"Het nieuwe logement uit 1853"
Lucas Bouma overlijdt op 5 juli 1862 en zijn weduwe zet de zaak voort tot haar dood op 7 september 1868. De kinderen zetten de zaak tot 1869 voort en doen dan de herberg in de verkoop. Sytze Sakes Bijlsma, getrouwd met Aukje Bouma (dochter van Lucas), koopt de zaak en is van 1870 tot 1876 de hospes van De Klok.
Ynze Jonker koopt de herberg en blijft de uitbater tot 1894. In de advertentie, waarin de herberg te koop wordt aangeboden, is sprake van een bijgebouw naast de herberg. De herberg wordt in 4 percelen verkocht, waarbij het bijgebouw, waar 1550 gulden voor geboden werd, gekocht werd door timmerman Hendrik de Herder, die hier zijn befaamde hotel De Herder zal bouwen. Bij de verkoop is strijkgeld-schrijver Rinze van der Vegt aan De Klok "blijven hangen", en is daardoor waarschijnlijk tegen wil en dank de nieuwe hospes van de herberg geworden.
Omdat de zaal in het bijgebouw verloren was bij de verkoop, wordt er een nieuwe zaal gebouwd op de plaats van het bestaande stalgebouw. De aanbesteding vindt plaats op 25 maart 1908. Er komt een nieuw stalgebouw met een bovenzaal, waarvan Luitje de Goed de architect is.
 
 
Bovenzaal van Hotel "De Klok"
In deze zaal werden feesten en diners gehouden en vonden diverse bijeen-komsten van de Beetsterzwaagse verenigingen en instellingen plaats. In 1975 kwam het dorpshuis "De Buorskip" tot stand, zodat de meeste bijeenkomsten van het dorp daar werden gehouden en de zaal in "De Klok" zijn functie als dorpscentrum verloor.
 
Na 1923, toen Van der Vegt stopte met de herberg, zijn er nog diverse uitbaters geweest tot in 1978 de oude herberg een Chinees-Indisch restaurant werd onder de naam Kota Radja. Dat was het einde van de oude dorpsherberg, maar het vindt in de nieuwe vorm een bloeiend vervolg.
"De Klok" na 1908, met links nog een stukje van het nieuwe stalgebouw met bovenzaal.
 
Jelle C. Terluin.
 
 
Hotel Restaurant  "De Klok".
 
 
Logement "De Klok"
 
 
Hoofdstraat met tuinmuur.
 
 
Bovenzaal Hotel "De Klok".
 
 
 
5-Geschiedenis van "Hotel De Herder"
 
In 1894 werd de herberg "De Klok" te koop gezet tezamen met het gebouw dat er naast stond en voorheen werd gebruikt als zaal voor diverse gelegen-heden. "De Klok" werd bij de verkoping gekocht door Rinze van der Vegt terwijl het bijgebouw (op de foto hiernaast het huis met de blinden) werd gekocht door Hendrik de Herder, timmerman te Beetsterzwaag. De Herder brak het gebouw af en bouwde er een nieuw hotel voor in de plaats. Van der Vegt zal het niet leuk gevonden hebben dat hij een concurrent naast zich kreeg.  Zijn vrouw, Tjitske Hoekstra afkomstig uit Rijperkerk, ('Moeke de Herder' genaamd) en drie van hun acht kinderen, Anna, Klaas en Johan, dreven de zaak, terwijl Hendrik zich met zijn timmeraffaire bezig hield. Zoon Klaas was bedrijfsleider en werd in het zomerseizoen 'Nico' genoemd omdat dat beter stond voor de gasten. Johan werd pas na de eerste wereldoorlog in dienst genomen als huisknecht. En Anna was een zeer goede kokkin. Haar kundig-heid werd in heel Nederland bekend. Het hotel kreeg landelijke bekendheid. Op de zijgevel stond dan ook "Grandhotel De Herder". De bloeitijd van het hotel lag tussen 1910 en 1930. Hendrik de Herder, de oprichter van het hotel, overleed in 1910. Klaas trouwde in 1924 met Anna Stielstra en zij nam de leiding van het inmiddels als zeer gezellig bekend staande familiehotel over.
Op de bovenste foto staat naast het bijgebouw van 'De Klok' een oud boerderijtje. Dat werd ca. 1917 gekocht en afgebroken om op die plaats een tuin aan te leggen voor het hotel. Op de ansicht van 'De Herder' hiernaast is het complex van het hotel met de tuin duidelijk te zien. In de topjaren was er zelfs te weinig ruimte om de gasten te herbergen. Daarom werden er twee dependances in gebruik genomen. De eerste stond tegenover het hotel en was bewoond geweest door Rijnhard baron van Harinxma thoe Slooten en de tweede dependance was gevestigd in het huis wat we tegenwoordig kennen onder de naam 'Prins Heerlyck'. Rechts de eetzaal van het hotel.
Achter de tuin werd een koetshuis gebouwd waarin paarden werden gehouden. De Rijstal van 'De Herder' was geopend voor gasten tussen 1 juli en 15 september en de gasten konden rijlessen nemen. Een weekendtarief (pension en paardrijden) bedroeg f 12,50. Dagtochten konden worden gemaakt naar Allardsoog of Makkinga met inbegrip van een diner voor f 7,50 per deelnemer.  Achter het hotel lag een speeltuin voor de kinderen.
 
Op deze foto van de speeltuin staan geheel links 'Moeke' De Herder en haar man Hendrik. De foto dateert van voor 1910.
In augustus 1941 werd het hotel verkocht aan de heer J.M. Koops die het na de 2e wereldoorlog verkocht aan zijn kok M.A. Oosterwijk en zijn vrouw. Zij hebben het hotel gerund tot aan 1976 toen zij om gezondheidsredenen moesten stoppen. J. Slump uit Gorredijk werd de nieuwe eigenaar, die een disco introduceerde in het gebouw. Enkele jaren later ging het gebouw weer in andere handen over. Het verpauperde helemaal en werd in 1983 afgebroken om plaats te maken voor een appartementencomplex onder de vertrouwde naam 'De Herder'.
 
 
Hotel De Herder.
 
 
Grandhotel.
 
De Speeltuin van De Herder.
 
 
 
 
 
 
Situatie 2014.